Historicus: ''Kunstwerken lang niet allemaal geroofd''
De enorme verzameling kunstwerken die in München is ontdekt, behoort
voor het grootste deel rechtmatig toe aan Cornelius Gurlitt, de zoon van
de overleden kunsthandelaar die de werken in de oorlogsjaren opkocht.
Dat zegt een Duitse kunsthistoricus die zich bezighoudt met onderzoek
naar de herkomst van kunst en de identificatie van roofkunst.
De verzameling zou volgens de berichten bestaan uit kunst die door de
nazi's in beslag werd genomen als "ontaarde kunst'' (entartete kunst) of
geroofd bij Joodse verzamelaars. Volgens Uwe Hartmann, die bij het
staatsmuseum in Berlin het onderzoek naar herkomst van kunst leidt,
hebben veel musea en verzamelaars destijds vrijwillig kunst ingeleverd
om hun collectie te "zuiveren''.
"Rechtmatige eigenaar" Hildebrand
Gurlitt was door de nazi's aangewezen als een van de vier
kunsthandelaren die met de verkoop van die kunst werden belast. Volgens
Hartman heeft Gurlitt de werken zelf gekocht en daarvoor een prijs
betaald aan het toenmalige ministerie van Propaganda van de nazi's.
Daarmee werd hij in juridische zin eigenaar van de werken en dat is
volgens Hartmann niet veranderd.
"In veel gevallen gaat het niet
om roofkunst. Er moet vanuitgegaan worden dat meneer Gurlitt daar
rechtmatig over beschikt'', aldus de historicus.
Scherpe kritiek Het
Centraal Register voor Roof- en Buitgemaakte Kunst tijdens de periode
1933-1945 heeft trouwens de omgang van de Beierse autoriteiten met de
kostbare vondst in München scherp bekritiseerd en de regering opgeroepen
tussenbeide te komen. "We willen zo snel mogelijk een lijst van de
werken in de kunstverzameling gepubliceerd zien", zei Anne Webb van de
"Commission for Looted Art in Europe" (CLAE).
Bovendien moet een
onderzoek ingeleid worden, dat het de "rechtmatige eigenaars van de
werken" mogelijk maakt hun eigendom snel terug te krijgen. Sinds het
bekendworden van de vondst werd het Register met vragen naar informatie
overspoeld. "De hele wereld kijkt naar Duitsland".
|