
Oh boom, wat ben je mooi
In deze bonte herfsttooi
Het lijkt warempel net
Of je op een schilderspalet
Al die kleuren hebt gemengd
En ieder blad ermee hebt verwend
Deze tijd van bruin, purper en goud
Is het getijde waar ik het meest van houd
Jouw prachtige bladeren vielen een voor een
Dwarrelend gingen ze als afscheid van je heen
In dit knisperend bladerentapijt
Raak ik nu mijn voetstappen kwijt
Al die kleuren zijn zo prachtig
Het wordt me haast te machtig
Tezamen wiegend een betoverend schouwspel
Ik krijg spontaan overal kippenvel
Zodra die verhullende wolk verdwijnt
Waardoor de zon op je bladeren schijnt
Ineens sta je daar in vuur en vlam
Niet alleen je bladeren maar ook je stam
Wat kan ooit deze pracht evenaren
Om dat ieder jaar te kunnen ervaren
Is een cadeautje van de natuur
Niets is zo prachtig, zo puur.

|